
Wij hebben allemaal een verhaal over ons leven, over wie we zijn, waar we geboren zijn en opgegroeid en waarschijnlijk ook over de toekomst wie (of wat) we willen worden. Die levensverhalen bepalen voor een belangrijk deel wie we zijn. Onze identiteit.
Wanneer mensen in hun leven nare dingen meemaken, bijvoorbeeld ze zijn of worden gepest, kan hun beeld over zichzelf veranderen. In de narratieve therapie noemt men dat negatieve identiteitsconclusies. Je gaat geloven in wat er over je wordt gezegd. Je gaat geloven dat je dom bent, of slecht, of lelijk. En dat beeld over jezelf gaat mede je gedrag bepalen en heeft invloed op relaties, ontwikkeling en werk. Het worden, bij wijze van spreken, harde overtuigingen die vaak bevestigd worden door gebeurtenissen die je overkomen.
Wie ben ik?

In de narratieve therapie gaat het erom dat je een eigen identiteit terug vindt. Wie je werkelijk bent en wat er voor heeft gezorgd dat je die mens bent. Niet dat je bijvoorbeeld overspannen of burn out bent, maar dat je het is overkomen. Je bent niet depressief, maar je reageert op de depressie die je overkomt. Je identiteit is niet de depressie, maar jij, die er mee om probeert te gaan; met al je kwaliteiten en kwetsbaarheid. Narratieve therapie gaat over het hervertellen van verhalen, levensverhalen rijker maken noemen we dat. Maar ook eerlijker. Zoeken naar wat waarde heeft, waar mogelijkheden zijn omdat ieder mens geschapen is met talenten. En dan die talenten weer uitbouwen.
Dat zoeken is een dimensie op zich en heeft soms tijd nodig. Maar het zoekproces is waardevol om te ontdekken en letterlijk te herwaarderen.
zoekproces
Dat kan met taal, met beelden en met ontmoetingen (mensen die belangrijk zijn geweest in je leven, zogenaamde getuigen). Steeds vanuit de gedachte Ik ben een kostbaar en waardevol mens.
Ik heb veel geleerd van Johan van der Putte in de opleiding Narratieve therapie https://www.narratievetherapie.be/ gebaseerd op het werk van Michael White
